Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·domd
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van verdommen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel [1]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen verdomd verdomder
verbogen verdomde
partitief - verdomders -

Bijvoeglijk naamwoord

verdomd

  1. waardeloos, teleurstellend
    • Die verdomde auto wil niet starten! 

Bijwoord

verdomd

  1. in hoge mate
    • Dat is een verdomd grote praalwagen. 
    • Ik citeer hier de Lonely Planet en hoewel het proza van deze reisgids in staat zou zijn om zelfs de Gazastrook nog op te leuken (‘the locals are very passionate’) moet gezegd worden: die Malediven zien er verdomd mooi uit. [2] 
Synoniemen

Werkwoord

vervoeging van: verdommen…
verbogen vorm: verdomde

verdomd

  1. voltooid deelwoord van verdommen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen