vermaard
- ver·maard
- In de betekenis van ‘befaamd’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1265 [1]
- vervoeging van vermaren: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel [2]
- Afkomstig van mare (boodschap, verhaal, roem). Zie ook maarschalk en nachtmerrie.
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | vermaard | vermaarder | vermaardst |
verbogen | vermaarde | vermaardere | vermaardste |
partitief | vermaards | vermaarders | - |
vermaard
- beroemd, bekend
Het vermaarde tweetal.
het vermaarde tweetal
|
vervoeging van: | vermaren… |
verbogen vorm: | vermaarde |
vermaard
- voltooid deelwoord van vermaren
- Het woord vermaard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vermaard" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "vermaard" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ vermaard op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be