vermaren
- ver·ma·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vermaren |
vermaarde |
vermaard |
zwak -d | volledig |
vermaren [1]
- beroemd, befaamd, vermaard maken of worden
- Het woord vermaren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.