• ver·liefd
  • vervoeging van verlieven: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel [1]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen verliefd verliefder verliefdst
verbogen verliefde verliefdere verliefdste
partitief verliefds verliefders -

verliefd

  1. door sterke amoureuse gevoelens bevangen
    • De verliefde jongen moest blozen toen hij het meisje van zijn dromen zag. 
vervoeging van: verlieven…
verbogen vorm: verliefde

verliefd

  1. voltooid deelwoord van verlieven
    • Maar Albert was geen vlug type, alles kostte bij hem tijd. En al heel snel was daar Cécile geweest, hij was meteen hartstochtelijk verliefd, de ogen van Cécile, de mond van Cécile, de glimlach van Cécile, en daarna uiteraard de borsten van Cécile, de kont van Cécile, hoe wil je dan aan iets anders denken. [2] 
     Hij bezwoer dat hij alleen maar verliefd was geraakt en dat dat helemaal losstond van de lengte van zijn verlof, maar dat er nieuwe verlofdagen kwamen, dat hij elke dag naar haar zou verlangen en zo verder. Toen hij eindelijk wegkwam, was hij even opgelucht als altijd.[3]
     Ik vertelde natuurlijk wat er gebeurd was, dat we de laatste tijd niet zoveel hadden geijshockeyd maar vooral meisjestikkertje hadden gespeeld, waarbij het risico op een blessure laag was. En dat ik zojuist meerdere koppen thee had gedronken in het huis van een meisje op wie ik waarschijnlijk verliefd was.[4]
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]
  1. verliefd op website: Etymologiebank.nl
  2. Lemaitre, Pierre
    "Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 16
  3. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Blauwe ster” (2016), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628265
  4. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be