verlevendigen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·le·ven·di·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verlevendigen |
verlevendigde |
verlevendigd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
verlevendigen [1]
- overgankelijk levendig(er) maken
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord verlevendigen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.