verkiezingsdag
- ver·kie·zings·dag
- samenstelling van verkiezing zn en dag zn met het invoegsel -s- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verkiezingsdag | verkiezingsdagen |
verkleinwoord | verkiezingsdagje | verkiezingsdagjes |
de verkiezingsdag m
- de dag dat mensen kunnen stemmen; de dag dat er verkiezingen zijn
- ▸ Als zes dagen na die verkiezingsdag, op 10 december, in Moskou de eerste grote demonstratie tegen de stembusfraude wordt gehouden, voert in het Malytheater het Russisch Nationale Jeugd Theater van regisseur Aleksej Borodin de bijna tien uur durende trilogie De kust van Utopia op.[2]
- ▸ I&O-onderzoeker Peter Kanne benadrukt wel dat zijn peiling mogelijk iets te negatief is voor de christendemocraten. Het is vaker gebeurd dat op verkiezingsdag veel meer mensen een CDA'er aanvinkten dan vooraf gepeild.[3]
1. de dag dat mensen kunnen stemmen; de dag dat er verkiezingen zijn
- Het woord verkiezingsdag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Het brilletje van Tsjechov : reizen door Rusland” (2014), Atlas Contact , ISBN 9789045024875
- ↑ Weblink bron Nynke de Zoeten Jorn Jonker“Halveert het CDA in de gemeenten? 'We hebben er een puinhoop van gemaakt'” (ZA 12 MAART 2022), NOS