Nederlands

 
verkeersplein met twee doorgaande wegen
Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·keers·plein
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verkeersplein verkeerspleinen
verkleinwoord verkeerspleintje verkeerspleintjes

Zelfstandig naamwoord

verkeersplein o [1]

  1. een verkeersknooppunt in de vorm van een grote rotonde, vaak met verkeerslichten
    • De Nieuwe Poort, zoals het verkeersplein op papier heet, is een eenbaansrotonde met vijf op- en afritten. Fietsers kunnen hem, over een vrijliggend pad, zowel links- als rechtsom nemen. Onder de rotonde ligt een tunnelbak van één strook per rijrichting, waar doorgaand verkeer de stad in en uit wordt geleid.[2] 
    • Precies dezelfde gietijzeren dinges die kunst is in een museum, is lelijk op een rotonde. Beauty mag dan in the eye of the beholder zijn, als er nou niet één beholder over dat verkeersplein rijdt die denkt: wow, wat een mieterse gietijzeren dinges, daar zouden ze er meer van moeten neerzetten, dan is het ding lelijk. Punt uit.[3] 
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tubantia Artwin Kreekel 07-NOVEMBER-2017
  3. Volkskrant Thomas van Luyn 21 oktober 2017