verkeersopvatting

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·keers·op·vat·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verkeersopvatting verkeersopvattingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de verkeersopvattingv

  1. (juridisch) in de maatschappij gangbare mening of verwachting die bij een vermogensrechtelijke kwestie van belang is
    Dit is een onbepaald begrip in het Nederlandse en Duitse privaatrecht waardoor een rechter in zijn uitspraak uitdrukkelijk rekening houden met het rechtsbewustzijn in de samenleving.
     Al hetgeen volgens verkeersopvatting onderdeel van een zaak uitmaakt, is bestanddeel van die zaak.[1]
     De verhuurder vindt ook dat de schade niet voor hem is op basis van het wettelijke begrip „verkeersopvattingen”. Ofwel, wat in de samenleving zoal redelijk wordt gevonden. Hier zegt de rechter dat wie voor een laag bedrag iets verhuurd dat bij diefstal erg duur blijkt, dat risico alleen bij de huurder mag leggen als hij hem daar tevoren op wijst. Dan had de aannemer zich eventueel kunnen verzekeren. De schade blijft dus voor rekening van de verhuurder.[2]
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Burgerlijk Wetboek Boek 3 : Artikel 4.1” (1 januari 2020)
  2.   Weblink bron
    Folkert Jensma
    “Diefstal bij huurder dupeert ook verhuurder” (17 maart 2015) op nrc.nl