Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·gui·zen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

verguizen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verguizen
verguisde
verguisd
zwak -d volledig
  1. te schande maken, belachelijk maken, bekritiseren
    • Het verguizen van het onderzoek van Buikhuisen (naar de - inderdaad aanwezige - biologie van agressie) en de populariteit van het wetenschappelijk waardeloze onderzoek naar de - niet aangetoonde - effecten van opvoeding op het ontstaan van autisme zijn slechts twee voorbeelden uit mijn eigen vakgebied.[4] 
    • "We begrijpen volledig dat emoties hoog oplopen. Maar er is geen excuus voor het lastigvallen van patiënten en families terwijl ze zelf vaak in lastige situaties zitten, of voor het verguizen van toegewijde doctoren en verpleegkundigen."[5] 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

89 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen