honen
- ho·nen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
honen |
hoonde |
gehoond |
zwak -d | volledig |
honen [4]
- overgankelijk bespotten, uitlachen
- overgankelijk (werktuigbouwkunde) een vorm van slijpen waarmee zeer nauwkeurig een dun laagje van de binnenomtrek van een cilinder wordt weggenomen
- [1] gekscheren, spotten
- [1] hoongelach
1. bespotten
- Het woord honen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "honen" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "honen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ honen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ honen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be