Deze vrouwen kijken verbaasd, met wijd open ogen en monden.
  • ver·baasd
  • vervoeging van verbazen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel [1]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen verbaasd verbaasder verbaasdst
verbogen verbaasde verbaasdere verbaasdste
partitief verbaasds verbaasders -

verbaasd

  1. zeer verwonderd


verbaasd [2] [3]

  1. zeer verwonderd
     Die keek verbaasd naar Sinterklaas en werd nog verbaasder toen deze hem vroeg of hij mee naar Holland wilde.[4]
     Verbaasd zag ik de volgende ochtend dat er een dun laagje ijs op mijn tent lag.[5]

verbaasd

  1. als je iets vreemd vindt omdat je het niet verwacht had
    • Verbaasd stond hij naar het afgebroken wiel te kijken. 
vervoeging van: verbazen…
verbogen vorm: verbaasde

verbaasd

  1. voltooid deelwoord van verbazen
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[6]
  1. verbaasd op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  4. “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat  , p. 11
  5. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  6.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be