veder
- ve·der
- van Middelnederlands vedere [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | veder | vederen veders |
verkleinwoord | vedertje | vedertjes |
- (zoötomie) pen met fijnvertakt uitgroeisel waaruit de huidbedekking van een vogel is opgebouwd
- veer (meer gangbaar)
- Het woord veder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "veder" herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ veder op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be