Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ve·der·ach·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen vederachtig vederachtiger vederachtigst
verbogen vederachtige vederachtigere vederachtigste
partitief vederachtigs vederachtigers -

Bijvoeglijk naamwoord

vederachtig

  1. gelijkend op, of eigenschappen hebbend van veer
    • In het aangrenzende weiland kon Hazelaar hier en daar roodbruine en oranje brokken zien. sommige met vederachtig, Iichtgroene bladeren die zich tegen het donkerder gras aftekenden. (uit: Waterschapsheuvel van Richard Adams) 
Synoniemen

Gangbaarheid