• ge·ve·der·te
  • Afgeleid van veder met het omvoegsel ge- -te dat een verzameling aangeeft.
enkelvoud meervoud
naamwoord gevederte gevedertes
verkleinwoord - -

het gevederteo

  1. het geheel van veren van een vogel, verenkleed
    • Vogels geven hun gevederte graag een stofbad om insecten te weren. 
74 % van de Nederlanders;
75 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be