vatting
- vat·ting
- Naamwoord van handeling van vatten (omlijsten, vastzetten) met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vatting | vattingen |
verkleinwoord | vattinkje | vattinkjes |
de vatting v
- (techniek) een houder waarin bijv. een juweel wordt gevat
- De vatting moet deugdelijk zijn, maar ze mag niet te opvallend zijn.
- Het woord 'vatting' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.