horlogekast
- Geluid: horlogekast (hulp, bestand)
- hor·lo·ge·kast
- samenstelling van horloge en kast
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | horlogekast | horlogekasten |
verkleinwoord | horlogekastje | horlogekastjes |
- een metalen doosje waarin een uurwerk zit
- Het horlogekastje had een glazen deksel.
- Het woord horlogekast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.