vardagsrum

Zweeds

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / vạ:r‿da(:g)srum: /

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstelling van de Zweedse zelfstandige naamwoorden vardag en rum met het invoegsel -s-

Naar frequentie	11140

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	vardagsrum	vardagsrummet	vardagsrum	vardagsrummen
genitief	vardagsrums	vardagsrummets	vardagsrums	vardagsrummens

Zelfstandig naamwoord

vardagsrum, o

1. (bouwkunde) leefkamer, woonkamer

   «Det är varmt i vardagsrummet när solen lyser på.»

   Het is warm in de woonkamer als de zon schijnt op.

Synoniemen

• dagligstuga
• finrum
• storstuga

Holoniemen

• hus

Afgeleide begrippen

• vardagsrumsmöbel

Verwante begrippen

• allrum
• bo

Zelfstandig naamwoord

vardagsrum

1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van vardagsrum