• u·tru·leg
  • Afleiding van het Nynorske zelfstandige naamwoord tru met het voorvoegsel u- en met het achtervoegsel -leg
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud utruleg utrulegare utrulegast
o enkelvoud utruleg
meervoud utrulege
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
utrulege utrulegare utrulegaste

utruleg

  1. ongelooflijk, ongeloofwaardig, verbazend,

verbijsterend

utruleg (als versterking gebruikt)

  1. ongelofelijk, ongelooflijk, onwaarschijnlijk