Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ul·tra·soon
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen ultrasoon ultrasoner ultrasoonst
verbogen ultrasone ultrasonere ultrasoonste
partitief ultrasoons ultrasoners -

Bijvoeglijk naamwoord

ultrasoon

  1. met (betrekking tot) geluidsfrequenties (groter dan 20.000 hertz), die voor de meeste mensen onhoorbaar zijn
     Vleermuizen en dolfijnen kunnen zó hoog piepen, dat mensenoren het niet kunnen horen. Dat heet ultrasoon geluid.[1]
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

83 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Menno Steketee
    “De inktvissonate” (6 november 2010) op nrc.nl  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be