uitwateren
- Geluid: uitwateren (hulp, bestand)
- uit·wa·te·ren
- samenstelling van uit bw en wateren ww
uitwateren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitwateren |
waterde uit |
uitgewaterd |
zwak -d | volledig |
- het lozen van overtollig water
- ,,We moeten ernaar streven om de winterpeilen tussen Vlaanderen en Nederland op elkaar af te stemmen", zegt Vancraeynest. ,,En we moeten onderzoeken of we samen met West-Zeeuws-Vlaanderen het westelijke stroomgebied van het Leopoldkanaal samen zouden kunnen uitwateren via Cadzand.[1]
- Het vleesmengsel wordt in kromme runderdarmen (middelmaat) gestopt, die je eerst een etmaal hebt laten uitwateren.[2]
- Het woord uitwateren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.