• uit·mun·tend
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen uitmuntend uitmuntender uitmuntendst
verbogen uitmuntende uitmuntendere uitmuntendste
partitief uitmuntends uitmuntenders -

uitmuntend

  1. voortreffelijk
    • Het is niet de eerste keer dat een product uit een budgetsupermarkt uitmuntend wordt beoordeeld. Hieronder drie andere voorbeelden waaruit blijkt dat duurder niet altijd beter is.[1] 
    • 'Halsema heeft een uitmuntend boek geschreven. Het is bijzonder omdat zij de gevaren, ziektes, tekortkomingen en gemenigheden van de politiek treffend analyseert, terwijl haar liefde voor het ambacht van volksvertegenwoordiger toch is toegenomen.'[2] 
vervoeging van: uitmunten
verbogen vorm: uitmuntende

uitmuntend

  1. onvoltooid deelwoord van uitmunten
100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]
  1. Tubantia Michelle Sakkers 27-JUNI-2017
  2. Volkskrant Raoul du Pre 25 november 2017,
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be