uitmunten
- uit·mun·ten
uitmunten [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitmunten |
muntte uit |
uitgemunt |
zwak -t | volledig |
- veel beter presteren dan anderen
- Het Vaticaan denkt niet in jaren maar in eeuwen, zeggen ze. Uitmunten in het aanvoelen van de tijdgeest doet het daarom niet. Modes komen en gaan. Deze kerk is er al bijna twee millennia, heeft flink wat tijdgebonden verschijnselen overleefd en zal er nog flink wat overleven.[4]
- 22 Jump Street is een keten van meestal vermakelijke sketches over het campusleven die uitmunten in improvisatie, zelfspot en het spelen met genreregels. Maar waar soortgelijke komedies als Bad Neighbours of This is the End nogal zelfvoldaan hip uitvallen en halverwege bij gebrek aan verhaal en karakterontwikkeling inzakken, komt 22 Jump Street dan juist op stoom.[5]
- excelleren, onderscheiden, overtreffen, uitblinken, voorbijstreven, overschaduwen, overstralen, overvleugelen
- Het woord uitmunten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uitmunten" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ "uitmunten" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ uitmunten op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Volkskrant 4 december 2010
- ↑ NRC Coen van Zwol 5 juni 2014
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be