overvleugelen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- over·vleu·ge·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
overvleugelen |
overvleugelde |
overvleugeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
overvleugelen
- overgankelijk in belang of grootte te boven groeien
- Het Britse koloniale rijk had de andere koloniale machten in de negentiende eeuw vrijwel geheel overvleugeld.
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord overvleugelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "overvleugelen" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be