uitlichten

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  uitlichten    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• uit·lich·ten

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  uit bw  en  lichten ww 

Werkwoord

uitlichten

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
uitlichten	lichtte uit	uitgelicht
zwak -t	volledig

1. met een schijnwerper één zaak extra verlichten

   • Natuurlijk moesten we ook in bed belanden, maar door het uitvoerig uitlichten duurde alles heel lang en hadden we alle tijd om met elkaar te praten. Zo heb ik hem goed leren kennen.’’  

2. (figuurlijk) speciaal benadrukken; in de schijnwerpers zetten

   • Voor iedere functie moet je dat cv aanpassen. Je moet onderzoek doen naar de vacature en het bedrijf, en op je cv uitlichten wat van toepassing is op die functie. Het is een gevecht op de vierkante centimeter tussen je capaciteiten en dat wat relevant is.”  
   • ,,De eigenschap die ik het meest bewonder? Op die vraag kan ik geen antwoord geven. Ik kan er namelijk niet één ding uitlichten. Er zijn veel dingen die ik in mijn vader bewonder.  

Synoniemen

• [1] aanlichten

Vertalingen

    2. speciaal benadrukken   

Engels: take out (en), extricate (en), extract (en)

Gangbaarheid

• Het woord uitlichten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.