• u·hell
  • Afleiding van het Noorse zelfstandige naamwoord hell met het voorvoegsel u-
Naar frequentie 2478
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   uhell     uhellet     uhell     uhella
uhellene  
genitief   uhells     uhellets     uhells     uhellas
uhellenes  

uhell, o

  1. ongeluk, ongeval
  2. euvel, pech, tegenslag, tegenspoed
  • [2]: hell i spill, uhell i kjærlighet
gelukkig in het spel, ongelukkig in de liefde
  • [2]: hell i uhell
geluk bij een ongeluk

uhell

  1. nominatief onbepaald onzijdig enkelvoud van uhell


  • u·hell
  • Afleiding van het Nynorske zelfstandige naamwoord lykke met het voorvoegsel u-
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   uhell     uhellet     uhell     uhella  

uhell, o

  1. ongeluk, ongeval
  2. euvel, pech, tegenslag, tegenspoed

uhell

  1. nominatief onbepaald onzijdig enkelvoud van uhell