Nederlands

 
[2] tweeter
Uitspraak
Woordafbreking
  • twee·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tweeter tweeters
verkleinwoord tweetertje tweetertjes

Zelfstandig naamwoord

de tweeterm

  1. iemand die tweets verstuurt via de online berichtendienst twitter
    • De Japanse ondernemer werd eind vorig jaar bekend in het Westen nadat hij was genoemd als de eerste privépassagier op een retourtje naar de maan met een raket van Space X, het bedrijf van een andere beroemde miljardair-tweeter: Elon Musk. [1] 
  2. (muziek) (elektronica) kleine luidspreker speciaal geschikt voor het weergeven van de hoge tonen
    • Volgens techwebsite The Verge heeft Sonos wel prijsgegeven dat beide speakers voorzien zijn van twee digitale klasse D-versterkers, een tweeter en een midwoofer. De producten zijn vanaf augustus beschikbaar. [2] 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

83 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen