traanbuis
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- traan·buis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van traan en buis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | traanbuis | traanbuizen |
verkleinwoord | traanbuisje | traanbuisjes |
Zelfstandig naamwoord
- (anatomie) een buisvormig orgaan dat overtollig traanvocht afvoert naar het neusslijmvlies
- Een verstopte traanbuis bij pasgeboren baby's, ook wel dacryostenose genoemd, is een aangeboren afwijking.
Synoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord traanbuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "traanbuis" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Afrikaans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | traanbuis | traanbuise |
Zelfstandig naamwoord
traanbuis