totem
- to·tem
- van Engels totem, in de betekenis van ‘vereerd symbool’ voor het eerst aangetroffen in 1862 [1] [2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | totem | totems |
verkleinwoord | totempje | totempjes |
de totem m
- symbool waaraan speciale mythische, heilige of sociale betekenis wordt gehecht (bij primitieve volken)
- (scouting) (België) ritueel toegekende bijnaam, in de vorm van een dierennaam met een bijvoeglijk naamwoord
- ▸ De totem van Charles Michel is "poulain tenace".[4]
- totembeeld, totemclan, totemdier, totemgroep, totemisatie totemisme, totemnaam, totempaal, totemteken, totemvolk
- Het woord totem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "totem" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "totem" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ totem op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron mju“Wordt de plichtbewuste jeune premier de antiheld?” (20 december 2018) op standaard.be
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA: /tɔtɛm/
- to·tem
totem
- instrumentalis enkelvoud van toto