• to·tem·naam
enkelvoud meervoud
naamwoord totemnaam totemnamen
verkleinwoord - -

de totemnaamm

  1. (scouting) (België) ritueel toegekende bijnaam in de vorm van een dierennaam
     Ambitieuze arend, was de ‘totemnaam’ die Dieter Penninckx als dertienjarige scout kreeg. De oprichter en voormalig topman van de Belgische modeketen FNG leek zich er, ruim dertig jaar later, nog altijd mee te vereenzelvigen.[1]
  2. (antropologie) spirituele naam van een persoon of clan bij natuurvolken, die doorgaans verwijst naar een dier en de eigenschappen daarvan
      Bij de Aroenta is, in verband met het geloof aan reïncarnatie, de totemnaam niet erfelijk, maar gebonden aan den dier-mens, wiens ziel thuishoort op de plek, waar de zwangerschap het eerst bemerkt wordt.[2]
  1.   Weblink bron Gearchiveerde versie “Faillissement van modebedrijf FNG loopt uit op sociaal bloedbad” (25 augustus 2020) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron Een Indianen-Vorst in Nederland : Het Groote Opperhoofd der Ossaga-Indianen op Schiphol aangekomen. : Zijn Leven, door hem zelf verteld. in: De Tijd, jrg. 85 nr. 25494 (25 juni 1930), Gebr. Verhoeven, 's-Hertogenbosch, p. 9 kol. 3