• toe·naam
enkelvoud meervoud
naamwoord toenaam toenamen
verkleinwoord

de toenaamm

  1. alle andere persoonlijke gegevens
  2. een aanduiding die aan iemands eigennaam, veelal de voornaam, wordt toegevoegd
    • De toenaam van Karel de Grote is de grote en de toenaam van Iwan de verschrikkelijke is de verschrikkelijke. 
  • met naam en toenaam
een persoon tot in detail benoemen
  • Het onderzoek naar de ramp met vlucht MH17 is drie jaar bezig; verdachten zijn nog niet met naam en toenaam bekend. In verslagen van afgeluisterde gesprekken komen enkele Russisch sprekende hoger geplaatsten aan het woord die mogelijk eindverantwoordelijkheid droegen. Wat onthullen de gesprekken over hen?[2]
  • Kent u de Saoedi-Arabische blogger Raif Badawi nog? Hij is een van de weinigen die in Saoedi-Arabië durfde te zeggen wat hij dacht. Hij durfde met naam en toenaam kritiek te leveren op het Saoedische regime.[3]
90 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Karel Knip 15 juli 2017
  3. NRC Lamyae Aharouay 8 juni 2017
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be