toekomend

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  toekomend    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• toe·ko·mend

	stellend
onverbogen	toekomend
verbogen	toekomende
partitief	toekomends

Bijvoeglijk naamwoord

toekomend

1. aanstaand, eerstvolgend

Verwante begrippen

• in spé, predicatief, toekomstig

Afgeleide begrippen

• onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd, onvoltooid verleden toekomende tijd, toekomende tijd, voltooid tegenwoordig toekomende tijd, voltooid verleden toekomende tijd

Vertalingen

    1.   

Engels: future (en)

Spaans: entrante (es), predicativo (es), próximo (es)

Werkwoord

vervoeging van:	toekomen
verbogen vorm:	toekomende

toekomend

1. onvoltooid deelwoord van toekomen

Gangbaarheid

• Het woord toekomend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "toekomend" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.