toekomen
- toe·ko·men
- samenstelling van toe en komen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
toekomen |
kwam toe |
toegekomen |
klasse 4 | volledig |
toekomen
- recht hebben op
- Dit salaris komt je echt toe.
- ▸ Het kwam niet doordat hij een politieman was met rangonderscheidingstekens die een hoofdcommissaris of iets overeenkomstigs toekwamen.[1]
- iets aan iemand geven
- Ik laat u hier de beloofde documenten toekomen.
- (België) aankomen
- Ik kom morgen toe op het vliegveld
- Het woord toekomen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "toekomen" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus
, ISBN 9789044625691
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be