Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·ko·men
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
toekomen
kwam toe
toegekomen
klasse 4 volledig

Werkwoord

toekomen

  1. recht hebben op
    • Dit salaris komt je echt toe. 
     Het kwam niet doordat hij een politieman was met rangonderscheidingstekens die een hoofdcommissaris of iets overeenkomstigs toekwamen.[1]
  2. iets aan iemand geven
    • Ik laat u hier de beloofde documenten toekomen. 
  3. (België) aankomen
    • Ik kom morgen toe op het vliegveld 

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044625691
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be