toebehoren
- Geluid: toebehoren (hulp, bestand)
- IPA: / ˈtubəˌhorə(n) / (4 lettergrepen)
- toe·be·ho·ren
- samenstelling van toe bw en behoren ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
toebehoren |
behoorde toe |
toebehoord |
zwak -d | volledig |
toebehoren
- absoluut het eigendom zijn van
- Die fiets behoort hem toe.
1. het eigendom zijn van
- Het woord toebehoren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "toebehoren" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be