• te·pel·lap·je
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord tepellapje tepellapjes

het tepellapjeo dim. tant.

  1. bedekking die wordt gebruikt op de menselijke tepel voor erotische of artistieke doeleinden
     Ze legde twee munten als een tepellapje op haar tepels.[2]
  1.   Weblink bron
    Thesaurus voor Mode & Kostuums
    “tepellapjes” (2018), ENSIE
  2.   Weblink bron
    Joe Moore & Lynn Sholes (vert. Marjo Frings-Latour)
    “Montezumas wraak” (2012), Karakter, Uithoorn, ISBN 9789045200125, hfst. Openbaring