Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord teling
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de telingv

  1. het voortbrengen, verwekken en baren van nakomelingen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

70 % van de Nederlanders;
62 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen