telescopisch
- te·le·sco·pisch
- Naar analogie van de oorspronkelijke uitschuifbare "telescoop" (= verrekijker) met het achtervoegsel -isch.
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | telescopisch | telescopischer | |
verbogen | telescopische | telescopischere | |
partitief | telescopisch | telescopischers | - |
telescopisch
- (techniek) in lengte wijzigbaar, door het in elkaar of uit elkaar schuiven van onderdelen
- De stofzuiger heeft een telescopische zuigbuis.
- (optica) door middel van of met betrekking tot een telescoop
- Telescopisch waarnemen.
- Een vergroot telescopisch beeld.
- [1] schokdemper, voorvork
- [2] sterrenkijker, verrekijker
1. in lengte wijzigbaar
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord telescopisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.