Een tabla (1.), met links de dayan die op zichzelf ook wel tabla (2.) wordt genoemd.
  • ta·bla
enkelvoud meervoud
naamwoord tabla tabla's
verkleinwoord - -

de tablav / m

  1. (muziek) stel van twee trommels die iets verschillen in grootte en klank, zoals veel gebruikt in de muziek uit Zuid-Azië
    • Kijk, ik ben opgegroeid met westerse muziekinstrumenten. Als ik nu tabla of harmonium [traditionele hindostaanse muziekinstrumenten (…)] zou gaan spelen, zou ik toneelspelen. [2]
  2. (muziek) (in het bijzonder) de kleinere trommel met een wat hogere toon van het stel van twee trommels zoals veel gebruikt in de muziek uit Zuid-Azië
    Deze trommel wordt door rechtshandigen met de rechterhand bespeeld.
    • De rechtertrommel wordt tabla of 'dayan' genoemd (dit betekend [sic!] rechts). [3]
20 % van de Nederlanders;
29 % van de Vlamingen.[4]


enkelvoud meervoud
tabla tablas

tabla v

  1. tabel, tafel