taalarm
- taal·arm
- samenstelling van taal en arm
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | taalarm | taalarmer | taalarmst |
verbogen | taalarme | taalarmere | taalarmste |
partitief | taalarms | taalarmers | - |
taalarm
- een gebrekkige taalbeheersing en woordenschat hebbend
- De hoeveelheid taalarme mensen in dat dorp neemt sterk af door het bouwen van nieuwe scholen.
1. een gebrekkige taalbeheersing en woordenschat hebbend
- Het woord taalarm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "taalarm" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be