• taal·arm
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen taalarm taalarmer taalarmst
verbogen taalarme taalarmere taalarmste
partitief taalarms taalarmers -

taalarm

  1. een gebrekkige taalbeheersing en woordenschat hebbend
    • De hoeveelheid taalarme mensen in dat dorp neemt sterk af door het bouwen van nieuwe scholen. 
91 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be