systematisch
- Geluid: systematisch (hulp, bestand)
- IPA: /ˌsisteˈmatis/
- sys·te·ma·tisch
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘stelselmatig’ voor het eerst aangetroffen in 1766 [1]
- Afgeleid van systeem met het achtervoegsel -isch.
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | systematisch | systematischer | |
verbogen | systematische | systematischere | |
partitief | systematisch | systematischers | - |
systematisch
- stelselmatig, ordelijk volgens een systeem opgezet
- ▸ Elke beweging herhaalde ik systematisch; ijsbijl, stap, ijsbijl, stap.[2]
1. stelselmatig, ordelijk volgens een systeem opgezet
- Het woord systematisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "systematisch" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "systematisch" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA: /ˌzysteˈmaːtɪʃ/
- sys·te·ma·tisch
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
systematisch |
systematischer |
am systematischen |
alle verbuigingsvormen |