• sys·teem·the·ra·pie
enkelvoud meervoud
naamwoord systeemtherapie systeemtherapieën
verkleinwoord - -

de systeemtherapiev

  1. (psychologie) een koepelterm voor alle methodieken en strategieën die gebruikt worden in de begeleiding en behandeling van gezinnen met allerlei psychosociale moeilijkheden
    • De systeemtherapie als begrip is breder dan gezinstherapie en kan worden opgevat als een hoeveelheid interventies, een methodiek, om behandeling te bieden aan individuen, paren, gezinnen, bredere families en nog uitgebreidere contexten, zoals die voorkomen op school of op het werk, en in de culturele omgeving waarbinnen ze ingebed zijn.[1] 
  1. F. Verheij (2006). Integratieve kinder- en jeugdpsychotherapie. p.73.