• syn·chro·ni·se·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
synchroniseren
synchroniseerde
gesynchroniseerd
zwak -d volledig

synchroniseren

  1. overgankelijk het tijdsverloop van processen op elkaar afstemmen, technisch meestal gerealiseerd door alle processen synchroon te laten lopen op een klok (-> klokpuls)
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be