gelijkschakelen
- ge·lijk·scha·ke·len
- samenstelling van gelijk en schakelen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
gelijkschakelen |
schakelde gelijk |
gelijkgeschakeld |
zwak -d | volledig |
gelijkschakelen
- overgankelijk iets hetzelfde instellen aan een andere
- overgankelijk (geschiedenis) een organisatie dwingen de naziboodschap uit te brengen
- Meteen na de verovering werd de hele pers gelijkgeschakeld.
- Het woord gelijkschakelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.