• na·syn·chro·ni·se·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
nasynchroniseren
synchroniseerde na
nagesynchroniseerd
zwak -d volledig

nasynchroniseren

  1. overgankelijk het achteraf toevoegen of vervangen van geluid (meestal stemmen van acteurs) in filmmateriaal
96 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be