symfonisch
- Geluid: symfonisch (hulp, bestand)
- IPA: / sɪmˈfonis / (3 lettergrepen)
- sym·fo·nisch
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘van de aard van een symfonie’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
- van Duits symphonisch of Frans symphonique, op te vatten als afgeleid van symfonie met het achtervoegsel -isch [2][3]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | symfonisch | symfonischer | - |
verbogen | symfonische | symfonischere | - |
partitief | symfonisch | symfonischers | - |
symfonisch
- (muziek) als bij of voor een symfonie, een meerstemmig muziekstuk voor een orkest
- Groot symfonisch repertoire ligt buiten bereik van het sterk afgeslankte Residentie Orkest. [4]
- symphonisch (spelling vóór 1955)
- Het woord symfonisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "symfonisch" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "symfonisch" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ symfonisch op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Residentie Orkest vol fris elan (27 februari 2017); geraadpleegd 2017-05-24
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be