svigerdotter

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Woordafbreking

• svi·ger·dot·ter

Zelfstandig naamwoord

svigerdotter m

1. (familie) schoondochter, behuwddochter.

   «Eg var lege for alle – far, mor, son, svigerdotter og svigerdotter sin familie.»

   Ik was een arts voor iedereen - vader, moeder, zoon, schoondochter en schoondochter zijn gezin.

Verbuiging

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	svigerdotter	svigerdottera	svigerdøtrer	svigerdøtrene
genitief	svigerdotters	svigerdotteras	svigerdøtrers	svigerdøtrenes

Antoniemen

• svigerson, verson

Synoniemen

• verdotter

Verwante begrippen

• far, foreldre, mor, svigerfar, svigerforeldre, svigermor
• dotter, fosterdotter, stedotter, svigerinne
• bror, fosterson, stebarn, stebror, svager