suspensie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sus·pen·sie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘opschorting’ voor het eerst aangetroffen in 1370 [1]
- Naamwoord van handeling van suspenderen met het achtervoegsel -ie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | suspensie | suspensies |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (scheikunde) (medisch) een heterogeen mengsel van een vloeistof met daarin fijn verdeelde stofdeeltjes
- schorsing uit een ambt
- opschorting m.b.t. het risico
Hyponiemen
- [1] boorsuspensie
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord suspensie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "suspensie" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "suspensie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ suspensie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be