heterogeen
- Geluid: heterogeen (hulp, bestand)
- he·te·ro·geen
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘ongelijksoortig’ voor het eerst aangetroffen in 1788 [1]
- met het voorvoegsel hetero- met het achtervoegsel -geen [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | heterogeen | heterogener | heterogeenst |
verbogen | heterogene | heterogenere | heterogeenste |
partitief | heterogeens | heterogeners | - |
heterogeen [3]
1.
- Het woord heterogeen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "heterogeen" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "heterogeen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ heterogeen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be