Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • su·per·slim
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen superslim
verbogen superslimme
partitief superslims

Bijvoeglijk naamwoord

superslim

  1. heel erg intelligent
    • Zestien jaar, maar superslim: 42 vwo 5-leerlingen gaan nu al elke week een halve dag naar de Universiteit Twente in Enschede. Het is een remedie tegen verveling. [1] 
    • Het was een feest om nieuwe avonturen voor Victoria te mogen bedenken, reageert La Van Royen, die vanmiddag 'heel fijn nieuws' aankondigde. ,,Ze is een van mijn favoriete personages: keihard, superslim en meedogenloos. Ik kan niet wachten om te zien hoe Eva van de Wijdeven gestalte aan haar gaat geven. [2] 
    • Ze zijn superslim, maar toch zitten ze thuis zonder voltooide opleiding of zonder baan. Dat geldt voor duizenden jonge autisten. Opleidingsinstituut ITvitae wil hen juíst hebben. [3] 
Synoniemen
Hyperoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen