• su·per·gaaf
stellend
onverbogen supergaaf
verbogen supergave
partitief supergaafs

supergaaf

  1. (jongerentaal) heel erg fijn
    • Onder het motto: having fun, getting fit. „Zo zijn er opzwepende demonstraties met drumstokken.” , vertelt Loupattij. „Zo'n festival is natuurlijk ook supergaaf. Ik word er zó blij van.” [1] 
    • Na 25 kilometer liep hij plots zelfs op kop. ,,Dat was wel echt supergaaf. Dat is hét beroemde moment in het parcours. Als je Queensboro Bridge afdraait en de First Avenue op. Ja, dat was echt fantastisch, maar uiteindelijk ben je ook aan het racen. Het is vooral gaaf vanuit sportief oogpunt. Ik groeide in de race.” [2] 
    • Maar er is nog een andere reden waarom 'de meiden' populair zijn: de maatschappelijke betrokkenheid. "Ze waren bij de dorpsrevue, lieten zich zien op de kerstmarkt en af en toe lopen ze ook bij café Kremer binnen. Ze doen echt goed hun best. Supergaaf, toch!?" [3] 
95 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[4]