• sui·ker·bak·ker
enkelvoud meervoud
naamwoord suikerbakker suikerbakkers
verkleinwoord suikerbakkertje suikerbakkertjes

de suikerbakkerm

  1. (beroep) iemand die suikerwerken bakt, banketbakker die vooral met zoetstof werkt
  2. (beroep) (verouderd) iemand die ruwe suiker raffineert


   1. zie: confiseur